Philipppus Goudsmit
Nederland wordt op 10 mei 1940 door nazi-Duitsland binnengevallen. Philippus Goudsmit (Groningen, 1899) en zijn gezin wonen dan nog maar enkele weken op hun nieuwe adres aan de Sterrenlaan 8 (nu: Sterrenlaan 20). In april 1941 komt er bij de politie een melding binnen dat er in de woning van Goudsmit een kalf zou zijn geslacht.
En dat zou niet de eerste keer zijn. In een volgende notitie in het dagrapport staat: In perceel Sterrenlaan 8 is inderdaad een kalf geslacht, hetwelk met toebehooren naar het slachthuis alhier is overgebracht per Ford. Aangezien verdachte Goudsmit niet wil verklaren is hij in kamer 27 ingesloten. Goudsmit wordt de volgende dag op vrije voeten gesteld. Op 9 oktober 1941 wordt in Apeldoorn een willekeurig aantal Joden opgepakt. Een van die slachtoffers is Goudsmit. De avond voor de arrestaties spreekt de commissaris van de politie in Apeldoorn het voltallige personeel toe. Hij doet uit de doeken hoe hij het arresteren wil aanpakken.
