Mijn ouders
Sonja de Lange is de dochter van Elias Johan (John) de Lange en Sophie (Fietje) de Lange-Salomons. Ze is een jaar als Nederland door de nazi’s onder de voet wordt gelopen. Twee maanden later wordt het zusje van Sonja geboren. Sonja heeft haar ouders nooit bewust meegemaakt.
Tijdens het plaatsen van de gedenkstenen voor haar ouders deelde zij haar verhaal met de aanwezigen: Op momenten als deze mis ik mijn zus Carla, overleden in januari 2019, het meest. Ik had deze gedenksteenlegging zo graag samen willen beleven. Gelukkig staan er andere dierbare familieleden en belangstellenden om mij heen.
Graag wil ik inhaken op wat u zojuist in het levensverhaal heeft gehoord. Carla en ik zijn in januari 1943 apart van elkaar in onderduik gegaan. Ik bij een ouder echtpaar die ik oma en opa noemde. Carla bij een jong gezin waarin ze precies paste tussen de twee schoolgaande jongens en het kleinste zusje die evenals Carla blonde krullen had. Alhoewel het natuurlijk voor de onderduikouders toch een zeer angstige situatie was, hebben Carla en ik daar niets van gemerkt. Wij konden ons vrijelijk bewegen en gingen ook gewoon naar school. Wij zijn bij hen gebleven van eind januari 1943 tot midden augustus 1945.
In augustus 1945 zijn wij tijdelijk in huis gekomen bij Jetty en Lex Fernandes in Den Haag. Jetty was de tante van onze geboortemoeder Fietje. De bedoeling was dat wij zo gauw mogelijk naar Suriname zouden gaan, naar Annie en Jule Fernandes. Annie was de zus van onze moeder Fietje.
Tante Jetty had ons daar op een heel bijzondere manier op voorbereid. In één van de vele brieven door Jetty en Lex geschreven naar Annie en Jule Fernandes, schrijft ze: “Ik heb de kinders op een Zondagochtend toen ze ieder in mijn armen lagen in bed, verteld dat hun Moedertje nu naar de hemel is en ook de Vader. De Moeder heette Fietje en had een zusje Annie (net als Sonja en Carla), en nu zal dat zusje net zoo lief zijn als hun Moedertje.”
Eind januari 1946 stapten wij aan boord. Wij arriveerden in Suriname op 15 februari 1946. We waren toen zes-en-een-half en vijf-en-een-half jaar oud.
Meteen bij aankomst zei tante Annie tegen ons: “Ik ben nu jullie mammie en dat is pappie". En zo is het altijd gebleven en zo heeft het ook altijd gevoeld. We wisten niet anders. We hadden geen herinneringen aan onze geboorteouders; we waren immers drie-en-een-half en twee-en-een-half toen we bij hen weggingen. Wel hing er vanaf onze aankomst in Suriname in onze slaapkamer de trouwfoto van Fietje en John. Onze neven – toen 18 en 12 – werden onze broers. Mammie en Pappie hebben ons een liefdevolle, onbezorgde, zalige jeugd gegeven. De omstandigheden waarom wij naar Suriname gingen, waren natuurlijk intens verdrietig, maar wij hadden het niet beter kunnen hebben. Daarom spreek ik liever over mijn geboorteouders en mijn ouders!
De Zutphensestraat 161, Apeldoorn: ik heb een heel kleine foto waarop wij voor het huis lopen. Dit adres heeft mij altijd veel minder aangesproken dan de Jan Willem Brouwersstraat 15 in Amsterdam waar Fietje en John vanaf hun huwelijk in 1936 en later met ons hebben gewoond. Over dat adres heb ik veel meer verhalen gehoord, zowel in brieven als door overlevering. Het huis aan de Zutphensestraat 161, waar wij circa 8 maanden hebben gewoond, is de afgelopen tijd veel meer voor mij gaan betekenen. Niet alleen door de steenlegging vandaag, maar nog meer door een zeer bijzondere gebeurtenis waar ik in het kort over zal vertellen.
Op 17 juli 2019 (één dag voordat Carla 79 jaar zou zijn geworden) ontving ik een e-mail van Marijke met de tekst: U kent mij niet en ik ken U niet. Mijn naam is Marijke en ik woon in Apeldoorn, maar het gaat niet om mij. Mijn vriendin, Gijsje woont ook in Apeldoorn. Ze heeft heel lang gewoond aan de Zutphensestraat, nummer 161. Mijn vraag nu; is dit een adres wat U bekend voorkomt? Als dit zo is, wilt U mij dat dan laten weten, dan zal ik U uitleggen waarom ik U deze mail heb gestuurd.
Natuurlijk reageerde ik daarop met te zeggen dat ik heel kort met mijn ouders en zus op nummer 161 heb gewoond; dit onder aanvulling van wat meer details.
Marijke reageerde toen: Het is best een lang verhaal. Zoals ik in mijn eerste bericht al vertelde, heeft mijn vriendin gewoond aan de Zutphensestraat 161. Tijdens graafwerkzaamheden om het huis (ongeveer 35 jaar geleden) zijn daar 3 (zilveren) servetringen opgegraven. Twee van die ringen zijn gegraveerd. De inscriptie in de grootste ring: Sophie Salomons, op één kleine ring staat Sonja, de andere kleine ring is niet gegraveerd. Omdat de naam De Lange niet vermeld stond, was het echt zoeken. Mijn dochter heeft me daarbij geholpen. Zoals het er nu naar uitziet gaat het echt om servetringen van uw familie. Wij, mijn dochter, mijn vriendin en ik zijn echt heel blij met de uitkomst van onze zoektocht. Wij zijn dan ook heel benieuwd naar uw reactie.
Marijke heeft het verhaal van de opgegraven servetringen pas in april 2019 van haar vriendin Gijsje gehoord en het heeft haar en vooral haar dochter niet losgelaten. Dank zij haar dochter die bij verschillende instanties, zoals het Stadsarchief Amsterdam, heeft gezocht, zijn ze bij mij terecht gekomen. Mijn e-mailadres hebben ze gevonden in het Stadsarchief in de overlijdensadvertentie van Carla. Ik ben geneigd ze ‘Sherlock Holmes en Dr. Watson’ te noemen. In augustus 2019 zijn Marijke en Marieke naar Amsterdam gekomen om mij de servetringen te overhandigen. Deze servetringen hebben dus circa 41 jaar onder de grond gelegen. Ze zijn door Gijsje vervolgens 35 jaar bewaard en na 76 jaar in mijn bezit gekomen. En daarom zijn Gijsje, Marijke en Marieke vandaag ook aanwezig, wat ik zeer waardeer.
Er zijn vragen die nooit beantwoord zullen worden: Waarom zijn de drie servetringen begraven? Waarom is de derde ring niet gegraveerd? Waarom zijn de servetringen wel meegenomen naar Apeldoorn, terwijl zij het tafelzilver aan overburen in Amsterdam in bewaring hadden gegeven?
Het doet nog steeds zo’n pijn dat ik ook dit niet met Carla heb kunnen delen. Maar ergens is ze zó aanwezig doordat dit bijzondere verhaal juist rond haar verjaardag op mijn pad kwam en de overlijdensadvertentie het contact mogelijk heeft gemaakt.
Ik wil afsluiten met mijn dank uit te spreken aan de werkgroep Gedenkstenen Joods Apeldoorn.