Chaskel Schimmel
In maart 1943 reist Chaskel Schimmel met de trein van Hilversum naar Apeldoorn. Hij is in het gezelschap van Gezina Alida Prins. Zij maakt deel uit van het verzet in Apeldoorn. Kort na het verlaten van het station worden zij aangehouden.
Gezina Alida Prins maakt deel uit van een verzetsnetwerk in Apeldoorn. Ze woont aan de Burglaan 14 in Apeldoorn en is huisnaaister en pensionhoudster. In een naoorlogs onderzoek naar het functioneren van de Apeldoornse politie dat zich richt op het antisemitisme dat een aantal agenten in de oorlog lieten zien, staat de volgende verklaring van Gezina Alida Prins: Op maandag 15 maart 1943 kwam ik des avonds te omstreeks half tien per trein uit Hilversum op het station alhier aan. In mijn gezelschap was een Jood, genaamd [Chaskel] Schimmel. Deze persoon had ik uit Hilversum meegenomen om hem hier onder dak te brengen. Toentertijd was ik behulpzaam bij het onderduiken van vele Joden. Van Schimmel kan ik alleen maar vertellen dat hij een man was van 30 à 40 jaar. Op een van de straten nabij het station zag ik, terwijl wij de straat overstaken, om meer in het donker te loopen, drie personen achter ons aankomen. Alle drie waren in burger. Ze haalden ons in en omsingelden ons. Bedoelde personen heb ik nadien leeren kennen als Koker, Pelk, en Oosterdijk. Koker zeide tegen mij: “Politie”. Hij toonde mij iets. Wat weet ik niet meer. Hij zeide vervolgens: Dit spel is uit, als u weg loopt schiet ik. Ik heb niet gezien dat een van hen gewapend was. Wij werden in de richting van het bureau gebracht.
Onderweg ziet wasknecht Theodorus Michorius (Korte Hezeweg 20) mevrouw Prins lopen. Ze is samen met een aantal mannen. Michorius heeft niet door dat mevrouw Prins en Chaskel Schimmel gearresteerd zijn en in het voorbij fietsen zegt hij: “De andere zaak is in orde”. De ‘foute’ Nederlanders slaan hierop aan, en zorgen er voor dat Michorius halt houdt. De smoes die mevrouw Prins ondertussen verzint mag niet meer baten. Michorius wordt gearresteerd.
Wie is de arrestant Chaskel Schimmel? We weten dat hij in Frankfurt am Main geboren wordt in 1899. Hij trouwt met Fany Monderer uit het dorp Auschwitz dat later het symbool van de industriële vernietiging van het Joodse volk zal worden. Het echtpaar krijgt twee dochters. Zowel de echtgenote als de dochters van Chaskel overleven de oorlog. Op zijn registratiekaart van de Joodse Raad wordt hij omschreven als orthodox religieus, handelend in textiel. Bovendien is hij in het bezit van een ‘Sperre’ omdat de Wehrmacht belang heeft bij de handel van Chaskel Schimmel.
Het is de vraag of het toeval is dat Koker, gepensioneerd inspecteur van politie, agent Oosterdijk en portier bij de politie, de heer Pelk het tweetal in Apeldoorn toevallig in het zicht hebben gekregen of dat zij handelden op basis van voorkennis. Politiechef Meijer spreekt na de oorlog over de arrestatie van andere Joden: […] dat de bekende NSDAP-er, Cornelis Corneliszoon Koker, zich bij hem had gemeld met het verhaal dat hij een complot op het spoor was, hetwelk Joden aan een onderduikadres hielp. Deze organisatie bevond zich in het Gooi met vertakkingen naar Apeldoorn. Koker verzocht mij assistentie om dit geval uit te zoeken, daar hij het niet alleen af kon. Enkele dagen na de arrestatie van Chaskel Schimmel slaan Koker en zijn handlangers in het Gooi een grote slag. Elders in het strafdossiers wordt meer duidelijk over de voorkennis van de agenten: Van den Berg, een inwoner van Apeldoorn had enkele dagen eerder bij Koker opgebiecht dat hij op dat moment drie personen onderdak gaf. Hij vermoedde dat dit wel eens Joden zouden kunnen zijn. Of hij in het begin echt niet wist dat het Joden betrof of dat hij wellicht bang was geworden voor de consequenties is niet meer te achterhalen. Hij vertelt aan Koker dat mevrouw Prins deze plaatsing gecoördineerd had en dat zij over een aantal dagen bij haar contact in ‘t Gooi nieuwe bonkaarten zou ophalen. Ook meldde hij Koker dat mevrouw Prins naar Hilversum vertrokken was en dat er, als ze vanavond terugkeert, gelegenheid zou zijn... In de avond – vanaf een veilige plek – wordt mevrouw Prins door deze Apeldoorner aangewezen, maar wat Koker en zijn handlangers niet hadden verwacht, is dat mevrouw Prins in aanwezigheid is van een Jood…
Roeland Oudejans-Albers