Nabestaanden aan het woord
Ze hadden het ook verdiend om gewoon hun leven te kunnen leven in plaats van in een ver oord te moeten sterven, net zoals al die andere meer dan honderdduizend Nederlands Joodse slachtoffers van de nazi terreur.
Lieve oom Michel, zolang ik me herinneren kan, was je altijd in mijn leven. Foto’s die de oorlog overleefd hebben, geven aan dat je ons regelmatig in Alkmaar kwam opzoeken. Je nam me mee naar De Hout: een heel mooi park met kinderboerderij-achtige dieren. Een leuke foto is er ook nog van toen ik drie jaar was, gezeten op je arm bij de ingang van het buitenzwembad.
Lieve Bertha, helaas heb ik je nooit persoonlijk ontmoet, maar gelukkig van mijn moeder veel van je gehoord. Ik was 8 jaar toen de oorlog uitbrak en omdat het voor joden verboden was om te reizen, konden we ook niet op jullie bruiloft aanwezig zijn. Gelukkig heb ik nog deze foto en die staat bij mij in de kamer.
Twee dappere mensen die zich tijdens hun leven als verplegers hebben ingezet voor hun medemens, patiënten van Het Apeldoornsche Bosch. En die na de ontruiming van deze inrichting naar kamp Westerbork, en vandaar naar Auschwitz zijn afgevoerd. We zijn dankbaar dat we hen met deze gedenksteen nu kunnen gedenken, voor het huis waar ze in vrede gewoond hebben.
Dankbaar zijn we vandaag. Wij danken allen die hebben bijgedragen tot dit monument. Het blijkt dat mensen zich meer dan zeventig jaar na de oorlog realiseren, welk onrecht er toen is geschied. Het geeft moed aan de weinigen die de ramp overleefd hebben.
De gedenksteen is een teken dat onrecht niet ongemerkt voorbij kan gaan.